Woordentuin

Francis Verdoodt woonde in Bonheiden tot december 2018. Toen zweeg zijn warme stem voorgoed. Sinds zondag 1 maart 2020 laten we zijn stem verder klinken in de ‘Woordentuin’ Francis Verdoodt.

Het gemeentebestuur vond het een fijne gedachte dat de stem van Francis altijd zou blijven klinken in zijn dorp. Het vertelprogramma ‘Pa, er zit een dichter in mijn boom’, vormde de inspiratie voor de ‘Woordentuin’.


Wat is de 'Woordentuin'

Met één druk op de knop hoor je de stem van Francis in gedichten voor kinderen en volwassenen. Er zit dus écht een dichter in de boom in Bonheiden. In de tuin staat ook een kunstwerk van de Bonheidense kunstenaar Dirk Debaecke. Dirk maakt objecten uit hout, wat perfect past binnen het concept van de ‘Woordentuin’.


Draag je steentje bij aan de ‘Woordentuin’

De 'Woordentuin' is een participatief kunstwerk waar ook jij steentje aan kan bijdragen. En dat mag je heel letterlijk nemen! Aan de balie in ’t Blikveld kan je een kei vragen en een speciale stift. Met die stift kan je een poëtisch woord, een mooi woord, een woord dat je hart doet dansen of een woord dat gelukkig maakt op de kei schrijven. Nadien mag je je kei in de ‘Woordentuin’ Francis Verdoodt leggen en zo mee het kunstwerk vorm geven.


De gedichten voor kinderen die je hoort:

Zwanen - Armand Van Assche

Zwanen zien er altijd zo nieuw uit
zo zondags, zo pas in bad geweest.
Maar spelen of spetteren in het water,
dat doen zij niet. Zwanen zijn niet vrolijk.

Zij willen ook altijd weg. Daarom wiegen zij
met hun lange hals als met een witte zakdoek
en zo droevig dat zij kijken.
Zwanen kunnen geen tranen laten.

Maar zwemmen, dat kunnen zij, statig drijven
altijd recht vooruit als witte bootjes
met onzichtbare roeispanen.

En opeens verandert alles van kleur
als zij hun vleugels openslaan
en zich languit rekken in de spiegel
van de vijver. Dan kraait het water
van plezier en klapt in zijn handen.



Armand Van Assche (1940-1990) schreef kindergedichten op zijn eigen speelse maar gevoelige manier. Hij kon zich goed inleven in de verbeelding en de dagelijkse ervaringen van kinderen. In zijn kindergedichten durfde hij ook spelen met beeldspraak en klanken. Dat was erg vernieuwend in die tijd. Van Assche hield van het samenspel van letterlijke en figuurlijke betekenissen. 


Jij en ik - Willem Wilmink

Later zijn we met z’n beiden.
Dat bedenk ik soms, wanneer je
giechelt met de an’dre meiden.

’t Is voorlopig nog maar beter
om de zaak geheim te houden,
‘k zal je nog maar niet gaan zeggen
dat ik van je ben gaan houden.

Later ga ik reizen maken
heel alleen, naar verre landen,
en daar ga ik mensen redden,
redden met mijn eigen handen.

Iedereen zal in de kranten
van mijn grote daden lezen.
‘Waarom zou die mensenredder
zo ontzettend moedig wezen?’

Niemand zal de waarheid weten,
jóu alleen zal ik ’t vertellen:
later, als ik zó beroemd ben
dat ik bij je aan durf bellen.



Willem Wilmink (1936-2003) was niet alleen dichter voor kinderen en grote mensen. Hij was ook liedjesschrijver en zanger. Zo schreef hij bijvoorbeeld liedjesteksten voor kinderprogramma’s als Sesamstraat.
In de jaren 1970 liet hij een frisse wind waaien in de kinderpoëzie. Hij schreef open, helder en zonder taboes over grote en kleine problemen in het leven van kinderen.

Onder de bomen - Fetze Pijlman

Vrienden zijn het, bomen
die gesprekken met je voeren
je gedachten laten gaan
als hun bladeren
het licht laten schommelen.Het zijn je vrienden, bomen.
Hun schaduw leggen ze
als een arm om je heen
als je alleen wilt zijn
en niet alleen wilt zijn.



Fetze Pijlman (1946) schrijft gedichten en liedjes voor kinderen. Zo schreef ook hij bijvoorbeeld voor Sesamstraat. Hij is vaste dichter van het tijdschrift DICHTER (van de leuke uitgeverij Plint) met gedichten voor kinderen van 6 tot 106.
Een boom dat is een prachtig ding - Hans Andreus

Een boom dat is een prachtig ding,
hij staat gewoon waar hij staat,
doet niet aan grotemensenpraat
en roept nooit: ‘Grote stommeling!,

wanneer je iets misschien niet weet
of altijd alles weer vergeet –
hij knikt maar liever: ’t Is wel goed,
en zegt nooit wat je doen of laten moet.

Dus zou ’t er ooit een keer van komen
dat grote mensen plotseling
veranderen in bomen
door de wind gewiegd, gesust,

nou, dat was dan een prachtig ding:
dan hadden alle kinderen rust.

 

Hans Andreus (1926-1977) staat bekend als dichter voor volwassenen en van de mooiste liefdesgedichten. Maar ook voor kinderen schreef hij gedichten met veel taalgevoel en fantasie. Verwondering vormde de kern van zijn inspiratie en teksten.

De wolken - Han G. Hoekstra

Kijk je wel eens naar de wolken?
Doe het gerust een keer.
Dan zie je Olleke Bolleke.
Of een trein. Of een hond. Of een beer.
Kijk daar, dat lijken twee dwergen.
Daar een bootje, het vaart heel vlug.
En tussen die twee hoge bergen
loopt een man met een zak op zijn rug.
Wolken zijn altijd anders.
Soms zie je een dikke snoek.
Soms een paard. Of een troep salamanders.
En héél soms zie je dat jongetje
met een slip van zijn hemd uit zijn broek.

 

Han G. Hoekstra (1906-1988) was zowat de Annie M.G. Schmidt van de kinderpoëzie. Ze hebben elkaar ook gekend en zelfs samengewerkt. Annie werd meer bekend dan Han. Maar zijn gedichten zijn even eigenzinnig en speels.
Ken je ook zijn gedichtje over de duizendpoot met de vuile sokjes?

Slaapliedje - Willem Wilmink

Het schaap heeft slaap,
de koe is moe,
het varken doet
zijn oogjes toe.

Het paard kijkt over
’t prikkeldraad
en denkt: Het is
ontzettend laat.

De kip zegt zacht
Nog één keer: Tok.
En ach, daar slaapt ze
op haar stok.

De boer kruipt ook
het bed maar in,
lekker dicht
bij zijn boerin.

 

Zoals de titel zegt, is dit gedichtje eigenlijk een liedje. Harry Bannink (1929-1999) zette deze verzen van Willem Wilmink op muziek.
Bannink schreef ook heel wat muziek voor kinderprogramma’s zoals Sesamstraat. Hij was ook pianist/componist in De Film van Ome Willem (misschien kent de juf of de meester die nog wel?).

De enige gezongen versie die we vonden was deze, zo heb je een idee van hoe dit Slaapliedje klinkt (van 0’17’’ tot 1’17’’). https://www.youtube.com/watch?v=3NXdsJAJfGM.


De gedichten voor volwassenen die je hoort:


De geest waait waar hij wil - Guido Gezelle

De Geest waait waar hij wil en staat nooit stil.
Nu eens bij u, dan bij een ander.
Waarom bezien wij zoo elkander?
Zie, wat bij u is, is bij mij.
't Komt uit hetzelfde klaar getij,
gelijk de waatren van de beken
zich voeden aan dezelfde stroom
of uit dezelfde bronne breken.
Wij zijn de takken van één boom,
van 't zelfde huis de gangen,
de aders van het eendre bloed.
En of de geest met vlam en zangen,
bij u nu, dan bij mij verwijlt,
of weer verterend naar een ander ijlt.
Hij is in ons! In ons! Zoo is het goed!
En laat ons zwijgen en verlangen.


Het meezennestje - Guido Gezelle

Een meezennestje is uitgebroken,
dat, in den wulgentronk
gedoken,
met vijftien eikes blonk;
ze zitten in den boom te spelen,
tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, tak-om,
met velen,
en 'k lach mij, 'k lach mij, 'k lach mij bijkans krom.
Het meezenmoêrtje komt getrouwig,
komt op den lauwen noen,
al blauwig
en geluwachtig groen;
het brengt hun dit en dat, om te azen,
tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in,
ze razen,
en kruipen, vlug, het meezennestjen in.
Het meezenvaârtje zit - de looveren
verduiken 't voor 't gestraal -
te tooveren,
al in de meezentaal;
daar vliegen ze, al med' een, te zamen,
tak-om, tak-op, tak-af, tak-in, tak-uit,
en, amen,
het meezennestje is weêrom ijele en uit


Jespers - Gaston Burssens

De avond is zo stil als ’t wezen kan
Nog stiller dan bij ’t luiden van de vespers
Een wandeling door het land van Jespers
Is stiller dan ik zeggen kan

De zee is niet zeer ver
Iets verder dan de verste horizonnen
Als wij haar ruisen horen her en der
Is ’t wonder van haar stilte reeds begonnen

De velden liggen lauw in dit geruis
De mestlucht met de mist heeft ons omhangen
We horen vele vogelzangen
We zien één enkele vledermuis

De wilgen zijn nog stiller dan ze krom zijn
Verdoezeld in de stilte en bijna zwart
De boeren zitten stiller dan ze stom zijn
En onze geest staat stil en wij zijn zonder hart

De weiden liggen niet ze hangen
Ze hangen aan de mist en ’t is de mist die ligt
Wij hebben ei zo na niet één verlangen
Wij horen een gedicht

De koeien o de koeien
Toen Onze Lieve Heer de koe geschapen heeft
Wist hij wel dat haar loeien
Een klacht zou zijn die om de stilte beeft

De maan want ja het maantje bidt zijn vespers
Stil als een wit konijn
En ik en Jespers
Wij luisteren naar de maneschijn


De hand van mijn vader - Armand Van Assche

Aan de buitenkant
is de hand van mijn vader
een polderland
met riet en pluimgras
blauw gezwollen beken
en hier en daar, verstrooid,
wat zonnebloemen.

Aan de binnenkant
is de hand van mijn vader
een stafkaart
met snelwegen
en wandelpaden.
Ik vind er altijd
de weg op
naar huis.


Ik ben de dromer en de droom

ik ben de dromer en de droom
ik ben de zaaier en het zaad
ik ben de oorzaak en gevolg
ik ben de dader en de daad
ik ben het water en de kraan
ik ben de vijver en de zwaan
ik ben de verlichte en het licht
ik ben de dichter, het gedicht
ik ben de jager en de prooi
ik ben de vorst, ik ben de dooi
ik ben de eikel en de eik
ik ben het leven en het lijk
ik ben de moeder en het kind
ik ben de wolken, ook de wind
ik ben de schipper en de boot
ik ben klein want ik ben groot


Sonnet over tijd - Karel Jonckheere

Tik, roept verbaast de seconden
ogenblikkelijk dood

Nog meer dan vijftig, hikt de minuut
Wat doe ik al die tijd?

Nog negenenvijftig, geeft het uur
En het ronkt wederom in

Liefste, lacht de dag tot de nacht
Nog vierentwintig bijeen

Zeven dagjes niks voor mij, zucht de nijverige week

Ben ik al bezig? Stottert de maand
Ik ben mijn kalender kwijt

We moeten ons spoeden, spreekt de rij van twaalf
Een jaar is gauw voorbij

Reeds de twintigste eeuw sinds Bethlehem, mompelt mijn eigen eeuw
Willen wij samen sterven?
Gauw heb ik maar ja geknikt
Eeuwig is niet voor gesprek geschikt


Met speciale dank aan de Familie Pieter Verlinden – DVR Mastering – Impuls International –
de Vlaamse Bijbelstichting voor het ter beschikking stellen van de geluidsfragmenten voor de ‘Woordentuin’.


Wie was Francis Verdoodt?

Francis Verdoodt was dan wel een bekende Vlaming en een beroemde Bonheidenaar, eigenlijk was hij ook gewoon Francis. Op de laatste dag van het jaar 1941 werd hij geboren en zijn jeugd lang woonde hij in ’t Vlietje in Mechelen. Francis trouwde met Imelda Casteels en samen kwamen ze in Bonheiden wonen. De Bruinbeek die door hun tuin stroomde en het zicht op weiden, koeien en bossen vormden een dagelijkse bron van inspiratie en rust. Francis werd vader van twee dochters, schoonvader van evenveel schoonzonen en opa van drie kleinzonen en twee kleindochters. Francis gaf onder meer les aan de TSM (Technische Scholen Mechelen) en aan de conservatoria van Mechelen, Antwerpen en Gent. Tot zijn pensioen in 2007 was hij inspecteur Woordkunst voor het Deeltijds Kunstonderwijs. Bij het grote publiek is hij vooral bekend van zijn programma’s voor de jeugddienst van de BRT, de huidige VRT. Een hele generatie volwassenen van nu groeide op met Prikballon, Sprookjestheater en de Kasteelgeesten. Zijn liefde voor het woord deelde hij graag met grote en kleine mensen.
Hij reisde door Vlaanderen met vertelprogramma‘s, legde verhalen en poëzie vast op cd en leende zijn stem voor tal van gelegenheden. ‘Ik draag gedichten niet voor, maar denk ze hardop’, zei hij zelf. Francis hield van de stilte tussen woorden, maar niet van stilzitten. Al zijn
projecten en activiteiten in kaart brengen is onmogelijk. Slechts enkele… Hij was bezieler van de Mechelse Middagen van de Poëzie, werkte intens samen met het Mechels Stadspoppentheater (nu: Beeldsmederij DE MAAN), richtte het Vertelfestival OrenZien op en presenteerde lange tijd het Folklorefestival in Mechelen en Bonheiden. Francis zette zijn schouders onder tal van Bonheidense culturele projecten en de Cultuurraad. In 2013 kreeg hij dan ook de titel van Ereburger van Bonheiden. Op 23 december 2018 overleed Francis in Bonheiden na een lange ziekte. Een paar dagen later zou hij 77 geworden zijn.