Composteermethodes

Je kan op verschillende manieren composteren. Kies een systeem dat past bij jouw situatie. 

Het compostvat

Heb je een kleine tuin en wil je graag je groente- en fruitafval thuis verwerken? Dan kies je het best voor een compostvat.

Hoe ga je te werk?

Koop een compostvat en plaats het op een zonnig plekje. Door zijn donkere kleur absorbeert het vat de warmte van de zonnestralen. Zet het vat niet rechtstreeks op de aarde, maar ondersteun de buitenrand van de bodemplaat met een paar tegels of een houten pallet. Zo voorkom je dat de bodemplaat in de grond zakt. De gaatjes in de bodemplaat zorgen voor luchttoevoer via de onderkant. Langs dezelfde gaatjes sijpelt het teveel aan vocht weg.

Onderaan in het vat leg je een laag van een paar centimeter stukjes hout. Die takjes mogen 10 à 15 cm lang zijn. Voeg nu je groente- en fruitafval en kleine hoeveelheden tuinafval aan het vat toe. Het is belangrijk regelmatig te beluchten, minstens wekelijks. Je doet dit door de beluchtingsstok in het vat te steken, hem een kwartslag te draaien en daarna de stok opnieuw uit het vat te halen. Herhaal dit zo’n vijftal keer. Na een half jaar is de compost gebruiksklaar.
Problemen? Doe een beroep op de compostmeesters.

De compostbak of de composthoop

Heb je heel wat tuinafval te verwerken? Dan is een compostbak of een composthoop de geknipte oplossing voor jou. Heel wat tuinders gebruiken met succes een dergelijke compostbak.

Hoe ga je te werk?

Een compostbak kan je gemakkelijk zelf maken. Je plaatst enkele houten pallets tegen elkaar of je maakt een omheining met kippengaas. Wil je sneller starten of ben je niet erg handig, schaf je dan een compostbak aan.

In deze bak verzamel je het tuin- en keukenafval. Meng het regelmatig door elkaar. Na een paar maanden zet je de inhoud van de bak even om. Bijvoorbeeld door het materiaal over te brengen naar een tweede compostbak, onmiddellijk naast de eerste. Een half jaar later heb je gebruiksklare compost.
Problemen? Doe een beroep op de compostmeesters.

De wormenbak

Beschik je over weinig plaats of heb je geen tuin? Dan is de wormenbak een ideale methode om je keukenafval te verwerken. Een wormenbak is klein en makkelijk verplaatsbaar. Je brengt gewoon je keukenafval in de bak en de wormen doen de rest. Het percolaatwater dient als vloeibaar plantenvoedsel. Twijfel je over het correcte gebruik van de wormenbak of wil je zelf een wormenbak maken? Vraag raad aan de compostmeesters.

Hoe ga je te werk?

Plaats je wormenbak op een beschut plaatsje, op het terras of in een hoekje van de koer. Zorg ervoor dat je wormen in de winter niet kunnen bevriezen. Onderaan in de bak leg je een laagje halfverteerd organisch materiaal waarin zich compostwormen bevinden (opgelet: geen regenwormen!). Gooi het keukenafval iedere dag in een dunne laag boven op het reeds aanwezige materiaal. Als de bak vol is, moet je de kweek tijdelijk met rust laten zodat de wormen hun werk kunnen voltooien.