Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening: overwelven of inbuizen van grachten

Je mag een baangracht pas (laten) inbuizen of overwelven wanneer je daarvoor een stedenbouwkundige vergunning hebt. Grachten hebben immers een belangrijke functie voor de afvoer en infiltratie van het regenwater.

Baangrachten (die parallel lopen met een weg) hebben als belangrijkste functie het regenwater van de weg opvangen en afvoeren. Een goed grachtensysteem helpt overstromingen voorkomen. Het zorgt ervoor dat water kan infiltreren in de bodem of vertraagd stroomafwaarts loopt.

Daarnaast vervullen ze een belangrijke ecologische functie, o.a. bij de nazuivering van afvalwater. Door het open karakter en de omringende vegetatie vormen ze ook een belangrijk landschapselement in landelijke kernen. 

Overwelvingen of een netwerk van buizen verkleinen de bergingscapaciteit van de waterloop. Het water kan niet meer in de bodem dringen en wordt sneller afgevoerd, waardoor stroomafwaarts wateroverlast kan ontstaan. Anderzijds kunnen bladeren, takken en afval de overwelving verstoppen en is er minder controle mogelijk op aansluitingen en lozingen. Ook zal de fauna en flora verdwijnen. 

Inbuizen en overwelven: alleen als het niet anders kan

De gemeente wil die belangrijke functies van baangrachten optimaal beschermen door ze open te houden. Daarom bepaalt de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening onder meer:

  • Het overwelven of inbuizen van baangrachten is in principe verboden. Van dit verbod kan slechts worden afgeweken om strikt technische redenen, bijvoorbeeld om toegang tot een perceel mogelijk te maken. Die overwelving is dan hoogstens 5 meter breed.
  • Het overwelvingselement heeft een doormeter van minstens 40 cm
  • Het is verboden afvalwater- of hemelwaterleidingen aan te sluiten ter hoogte van de overwelving, om controle toe te laten.

Een vergunning voor een grachtoverwelving vraag je aan bij de dienst Ruimtelijke Ordening.

Relevante pagina's